Het plaatsobject
Onderstreep in onderstaande zinnen het plaatsobject.
Zijn moeder bevond zich intussen in het politiebureau.
Grootmoeder blijft 's winters graag in Spanje.
In het restaurant eet ik na de maaltijd graag een ijsje.
Boven de wolken vloog het gevechtsvliegtuig ongezien naar zijn doelwit.
Een satelliet hangt boven de stratosfeer.
De Kerstman woont in Lapland.
In Lapland leven rendieren in het wild.
In het politiebureau schonk commissaris Van der Vlugt zich een kop koffie in.
Hij was in het restaurant.
Zijn moeder bevond zich intussen in het politiebureau.
Grootmoeder blijft 's winters graag in Spanje.
In het restaurant eet ik na de maaltijd graag een ijsje.
Boven de wolken vloog het gevechtsvliegtuig ongezien naar zijn doelwit.
Een satelliet hangt boven de stratosfeer.
De Kerstman woont in Lapland.
In Lapland leven rendieren in het wild.
In het politiebureau schonk commissaris Van der Vlugt zich een kop koffie in.
Hij was in het restaurant.