Tijd
FRAGMENT 1
Het verhaal lijkt zich in onze tijd af te spelen (herkenbaar huiselijk tafereeltje, taal …). Bovendien weten we dat het verhaal zich afspeelt om 9 uur 's avonds, zo weet de moeder van Batman ons te vertellen.
FRAGMENT 2
Heb je gehoord dat Mijnheer de Uil het over 'vroeger' lijkt te hebben ? Hij wil 'nog even terugkomen op dat voetballen, lieve kijkbuiskinderen'.
FRAGMENT 3
Heb je gezien dat de verteller over 'vroeger' lijkt te vertellen, over hoe het allemaal begon ?
Het verhaal lijkt zich in onze tijd af te spelen (herkenbaar huiselijk tafereeltje, taal …). Bovendien weten we dat het verhaal zich afspeelt om 9 uur 's avonds, zo weet de moeder van Batman ons te vertellen.
FRAGMENT 2
Heb je gehoord dat Mijnheer de Uil het over 'vroeger' lijkt te hebben ? Hij wil 'nog even terugkomen op dat voetballen, lieve kijkbuiskinderen'.
FRAGMENT 3
Heb je gezien dat de verteller over 'vroeger' lijkt te vertellen, over hoe het allemaal begon ?
Een schrijver kan vandaag een boek schrijven over het jaar 2050 (sciencefiction), het dierenepos van Reinaert De Vos speelt zich af in de middeleeuwen en een sprookje begint nog maar eens met de woorden 'er was eens' …
Elk verhaal speelt zich af in een bepaalde periode of kalendertijd. De periode waarin het verhaal zich afspeelt, wordt soms expliciet vermeld, maar soms moet de lezer zelf achterhalen wanneer het verhaal speelt.
Kan je achterhalen wanneer deze verhalen zich afspelen ?
Elk verhaal speelt zich af in een bepaalde periode of kalendertijd. De periode waarin het verhaal zich afspeelt, wordt soms expliciet vermeld, maar soms moet de lezer zelf achterhalen wanneer het verhaal speelt.
Kan je achterhalen wanneer deze verhalen zich afspelen ?
De hut van Oom Tom van Harriet Beecher-Stowe
Meneer Shelby is door schulden gedwongen één van zijn beste en trouwste slaven te verkopen aan handelaar Haley: oom Tom. Tom aanvaardt zijn lot en gaat met de handelaar mee. Hij wordt doorverkocht en krijgt een goede thuis in New Orleans. Ook hier doet hij zijn werk heel goed. Maar dan slaat het noodlot opnieuw toe en moet Tom weer weg. Deze keer wordt hij op de markt verkocht en zijn nieuwe baas is een plantagehouder. Deze Legree is een hardvochtige, gemene kerel, die het niet erg vindt wanneer zijn slaven zich letterlijk doodwerken.
Meneer Shelby is door schulden gedwongen één van zijn beste en trouwste slaven te verkopen aan handelaar Haley: oom Tom. Tom aanvaardt zijn lot en gaat met de handelaar mee. Hij wordt doorverkocht en krijgt een goede thuis in New Orleans. Ook hier doet hij zijn werk heel goed. Maar dan slaat het noodlot opnieuw toe en moet Tom weer weg. Deze keer wordt hij op de markt verkocht en zijn nieuwe baas is een plantagehouder. Deze Legree is een hardvochtige, gemene kerel, die het niet erg vindt wanneer zijn slaven zich letterlijk doodwerken.
De Anderen van Gemma Malley
Sinds de uitvinding van het langlevenmedicijn sterven mensen niet langer. Maar er mogen ook geen kinderen meer bijkomen, anders raakt de aarde overvol. Anna’s ouders overtraden deze wet, waardoor hun dochter als Overtollige in het tehuis Grange Hall belandt. Hier worden de jongeren opgeleid tot slaven van de legale burgers. Met de komst van nieuweling Peter gaan Anna’s ogen langzaam open. Ze begint te dromen van een wereld buiten het tehuis.
Sinds de uitvinding van het langlevenmedicijn sterven mensen niet langer. Maar er mogen ook geen kinderen meer bijkomen, anders raakt de aarde overvol. Anna’s ouders overtraden deze wet, waardoor hun dochter als Overtollige in het tehuis Grange Hall belandt. Hier worden de jongeren opgeleid tot slaven van de legale burgers. Met de komst van nieuweling Peter gaan Anna’s ogen langzaam open. Ze begint te dromen van een wereld buiten het tehuis.
Babylove van Gonneke Huizing
Kim (16) is op werkweek in Parijs geweest. Een reis vol romantiek, vooral omdat haar vriend Robin ook van de partij is. Eenmaal thuis is het leven heel wat minder romantisch. Robin gaat op reis en Kim pakt een vakantiebaantje aan in een verzorgingstehuis. Het werken valt haar zwaar. Ze voelt zich steeds zo moe ! De huisarts geeft uiteindelijk uitsluitsel: ze is zwanger ! Overvallen door emoties neemt Kim uiteindelijk een besluit. Ze wil het kindje houden. Maar tegen welke prijs ?
Kim (16) is op werkweek in Parijs geweest. Een reis vol romantiek, vooral omdat haar vriend Robin ook van de partij is. Eenmaal thuis is het leven heel wat minder romantisch. Robin gaat op reis en Kim pakt een vakantiebaantje aan in een verzorgingstehuis. Het werken valt haar zwaar. Ze voelt zich steeds zo moe ! De huisarts geeft uiteindelijk uitsluitsel: ze is zwanger ! Overvallen door emoties neemt Kim uiteindelijk een besluit. Ze wil het kindje houden. Maar tegen welke prijs ?
Kan je deze prenten in de juiste volgorde zetten ?
Je zou denken dat je een verhaal vertelt van voren naar achteren. Je vertelt eerst wat er eerst gebeurt, dan wat er daarna gebeurt en je gaat zo verder tot je aan het einde van je verhaal bent. Zulke verhalen zijn chronologisch opgebouwd (chronos: tijd - logos: rede)
Soms speelt de verteller echter met de chronologie van het verhaal. Hij kan ervoor om de lezer mee te nemen naar een ander moment in het verhaal. Dat kan met een flashforward naar wat de personages nog te wachten staat (om het extra spannend te maken) of met een flashback het verleden (om bijvoorbeeld uit te leggen waarom een personage nu zo reageert).
Een terugwijzing is een korte gedachte of herinnering van de verteller. Een vooruitwijzing is vaak een korte opmerking van de verteller die al weet wat het personage te wachten staat.
Door de chronologie van het verhaal te doorbreken kan de verteller het verhaal minder voorspelbaar maken.
Soms speelt de verteller echter met de chronologie van het verhaal. Hij kan ervoor om de lezer mee te nemen naar een ander moment in het verhaal. Dat kan met een flashforward naar wat de personages nog te wachten staat (om het extra spannend te maken) of met een flashback het verleden (om bijvoorbeeld uit te leggen waarom een personage nu zo reageert).
Een terugwijzing is een korte gedachte of herinnering van de verteller. Een vooruitwijzing is vaak een korte opmerking van de verteller die al weet wat het personage te wachten staat.
Door de chronologie van het verhaal te doorbreken kan de verteller het verhaal minder voorspelbaar maken.
|
Bekijk het filmfragment uit 'The Matrix'. Wat valt je op als Neo beschoten wordt (op 0:38) ? |
De verteller kan kiezen hoe snel hij een verhaal vertelt. In het fragment uit 'The Matrix' kiest de verteller ervoor om de gebeurtenissen plots te vertragen. Kan je bedenken waarom ?
Het tempo van een verhaal is afhankelijk van de verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd. De verteltijd is de tijd die iemand nodig heeft om een verhaal te vertellen of te beleven en druk je uit in seconden, minuten en uren of in een aantal bladzijden. De regisseur van 'The Matrix' besteedt 12 seconden aan het fragment waarin Neo beschoten wordt. De vertelde tijd is de tijd die de gebeurtenissen in beslag nemen. Het afschieten van de vijf schoten duurt slechts een drietal seconden.
Als de verteller ervoor kiest om het verhaal plots te vertragen, spreken we van retardering. Dat kan de verteller bijvoorbeeld doen om de gedachten van de protagonist te volgen of om een belangrijk gesprek woord voor woord te volgen.
Daarnaast kan de verteller er ook voor kiezen om tijdssprongen te maken. Zo kan bijvoorbeeld een 'traag' fragment (zoals de gedachten van een personage) of een 'snel' fragment (een actiescène) worden onderbroken, het verhaal springt enkele uren of dagen of zelfs jaren vooruit en plots zitten we op een ander moment in het verhaal. Daar kan het verhaal verdergaan op een episch, dramatisch of lyrisch tempo. Als er geen grote tijdssprongen zijn en het tijdsverloop overeenkomt met de werkelijkheid, spreken we ook wel van tijddekking (of isochronie).
Het tempo van een verhaal is afhankelijk van de verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd. De verteltijd is de tijd die iemand nodig heeft om een verhaal te vertellen of te beleven en druk je uit in seconden, minuten en uren of in een aantal bladzijden. De regisseur van 'The Matrix' besteedt 12 seconden aan het fragment waarin Neo beschoten wordt. De vertelde tijd is de tijd die de gebeurtenissen in beslag nemen. Het afschieten van de vijf schoten duurt slechts een drietal seconden.
- Als de verteltijd korter is dan de vertelde tijd spreken we van een hoog tempo of een episch tempo.
- Als de verteltijd ongeveer even lang duurt als de vertelde tijd spreken we van een normaal tempo of een dramatisch tempo.
- Als de verteltijd langer is dan de vertelde tijd spreken we een laag tempo of een lyrisch tempo.
Als de verteller ervoor kiest om het verhaal plots te vertragen, spreken we van retardering. Dat kan de verteller bijvoorbeeld doen om de gedachten van de protagonist te volgen of om een belangrijk gesprek woord voor woord te volgen.
Daarnaast kan de verteller er ook voor kiezen om tijdssprongen te maken. Zo kan bijvoorbeeld een 'traag' fragment (zoals de gedachten van een personage) of een 'snel' fragment (een actiescène) worden onderbroken, het verhaal springt enkele uren of dagen of zelfs jaren vooruit en plots zitten we op een ander moment in het verhaal. Daar kan het verhaal verdergaan op een episch, dramatisch of lyrisch tempo. Als er geen grote tijdssprongen zijn en het tijdsverloop overeenkomt met de werkelijkheid, spreken we ook wel van tijddekking (of isochronie).
Lees het onderstaande fragment uit het jeugdboek 'Ik ben iemand/niemand' van Guy Didelez. Onderzoek hoe G. Didelez het tempo gebruikt.
"Ondanks mijn grote mond, hield ik me het eerste uur heel rustig. Ik ging netjes in rij staan, liep zo mak als een lammetje achter de andere leerlingen de trap op en luisterde naar alle geboden en verboden die de juf, die zelf haar eerste jaartje lesgaf, netjes op een rijtje zette. Daarna vulde ik gewillig het briefje in waarop we van de juf bovenaan ‘1 september 1990’ moesten schrijven. Dan vroeg de juf ons niet alleen de namen van alle broers en zussen – een hele reeks in mijn geval – maar ook het beroep van vader en moeder te vermelden.
Pas toen de juf die briefjes ophaalde en bestudeerde, begon het fout te lopen.
‘Emilie Winkelmans?’ zei ze. ‘En je vader heet Ugolini?’
Ik knikte. Papa heette inderdaad Ugolini. Mijn grootvader had nooit veel naar zijn zoon omgekeken. Papa werd grootgebracht in tehuizen. Als hij toch eens thuis was, kreeg hij slaag. Dat hardde hem.
De juf begreep er intussen nog altijd niets van. En het raadsel werd nog groter toen ze de naam van mijn moeder op het papiertje las.
‘En je moeder heet Stijnen. Je heet dus ook niet naar je moeder?’
Ik haalde mijn schouders op. Wat maakte het uit, Winkelmans, Ugolini of Stijnen? Ik was Emilie, de zus van Brigitte, die de school alweer verlaten had en op die manier het aantal nachtmerries bij leerkrachten flink verminderd had, en van Angela, die het al met al toch wat rustiger aan deed dan haar voorgangster.
Maar de juf bleef zich in het probleem vastbijten.
‘Waar komt die naam Winkelmans dan vandaan?’
‘Van de eerste man van mama. Die heette Winkelmans.
Mama was al lang bij hem weg voor ik geboren werd.’
De juf trok een bedenkelijk gezicht. ‘Maar als je zijn naam draagt, ben je toch een dochter van die eerste papa?’
‘Nee’, zuchtte ik geïrriteerd. ‘Ik ben van de tweede papa!’
‘Raar!’ vond de juf, die toch iets moest zeggen. Ze liet het probleem voor wat het was en stapte naar een volgende leerling.
Ik zag hoe sommige klasgenootjes nieuwsgierig naar me gluurden. Ook Tamara keek me aan. Ongetwijfeld verwachtte ze een stoere reactie op al die onbeschaamde blikken.
‘Niks raar!’ flapte ik er daarom uit. ‘Ik zal toch wel weten wie me gevogeld heeft, zeker?’
Een komiek kon geen betere openingszin bedenken! De hele klas schaterde het uit.
‘Genoeg!’ schreeuwde de juf zo hard ze kon, en ze sloeg keihard met haar vlakke hand op de bank. ‘Zulk taalgebruik wil ik niet. Buiten!’
‘Waar de vogeltjes fluiten…’ kon ik niet nalaten te rijmen.
Maar met de deurkruk al in mijn hand bedacht ik er nog een leukere.
‘En de fluitjes vogelen…’
Mijn succes kon nu helemaal niet meer stuk. Er ging een geweldige lachkramp door de klas en terwijl ik de gang op slofte, wist ik dat mijn naam gevestigd was. Op de eerste dag al had ik mijn visitekaartje afgegeven. Emilie Winkelmans liet niet met zich sollen …"
Guy Didelez - 'Ik ben iemand / niemand'
Pas toen de juf die briefjes ophaalde en bestudeerde, begon het fout te lopen.
‘Emilie Winkelmans?’ zei ze. ‘En je vader heet Ugolini?’
Ik knikte. Papa heette inderdaad Ugolini. Mijn grootvader had nooit veel naar zijn zoon omgekeken. Papa werd grootgebracht in tehuizen. Als hij toch eens thuis was, kreeg hij slaag. Dat hardde hem.
De juf begreep er intussen nog altijd niets van. En het raadsel werd nog groter toen ze de naam van mijn moeder op het papiertje las.
‘En je moeder heet Stijnen. Je heet dus ook niet naar je moeder?’
Ik haalde mijn schouders op. Wat maakte het uit, Winkelmans, Ugolini of Stijnen? Ik was Emilie, de zus van Brigitte, die de school alweer verlaten had en op die manier het aantal nachtmerries bij leerkrachten flink verminderd had, en van Angela, die het al met al toch wat rustiger aan deed dan haar voorgangster.
Maar de juf bleef zich in het probleem vastbijten.
‘Waar komt die naam Winkelmans dan vandaan?’
‘Van de eerste man van mama. Die heette Winkelmans.
Mama was al lang bij hem weg voor ik geboren werd.’
De juf trok een bedenkelijk gezicht. ‘Maar als je zijn naam draagt, ben je toch een dochter van die eerste papa?’
‘Nee’, zuchtte ik geïrriteerd. ‘Ik ben van de tweede papa!’
‘Raar!’ vond de juf, die toch iets moest zeggen. Ze liet het probleem voor wat het was en stapte naar een volgende leerling.
Ik zag hoe sommige klasgenootjes nieuwsgierig naar me gluurden. Ook Tamara keek me aan. Ongetwijfeld verwachtte ze een stoere reactie op al die onbeschaamde blikken.
‘Niks raar!’ flapte ik er daarom uit. ‘Ik zal toch wel weten wie me gevogeld heeft, zeker?’
Een komiek kon geen betere openingszin bedenken! De hele klas schaterde het uit.
‘Genoeg!’ schreeuwde de juf zo hard ze kon, en ze sloeg keihard met haar vlakke hand op de bank. ‘Zulk taalgebruik wil ik niet. Buiten!’
‘Waar de vogeltjes fluiten…’ kon ik niet nalaten te rijmen.
Maar met de deurkruk al in mijn hand bedacht ik er nog een leukere.
‘En de fluitjes vogelen…’
Mijn succes kon nu helemaal niet meer stuk. Er ging een geweldige lachkramp door de klas en terwijl ik de gang op slofte, wist ik dat mijn naam gevestigd was. Op de eerste dag al had ik mijn visitekaartje afgegeven. Emilie Winkelmans liet niet met zich sollen …"
Guy Didelez - 'Ik ben iemand / niemand'