Vertelperspectief
FRAGMENT 1
Is er nog een personage buiten Batman en zijn mama dat alles vertelt ? De camera lijkt objectief te registreren.
FRAGMENT 2
Heb je gezien dat Mijnheer de Uil alles vertelt ? Heb je ook gezien dat hij alles al lijkt te weten ? Hij vertelt nà het gebeuren.
FRAGMENT 3
Je hebt natuurlijk ontdekt dat een ik-personage alles vertelt. Heb je er op gelet dat de verteller ook hier nà het gebeuren vertelt ?
Is er nog een personage buiten Batman en zijn mama dat alles vertelt ? De camera lijkt objectief te registreren.
FRAGMENT 2
Heb je gezien dat Mijnheer de Uil alles vertelt ? Heb je ook gezien dat hij alles al lijkt te weten ? Hij vertelt nà het gebeuren.
FRAGMENT 3
Je hebt natuurlijk ontdekt dat een ik-personage alles vertelt. Heb je er op gelet dat de verteller ook hier nà het gebeuren vertelt ?
"Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No 37. Het is mijn gewoonte niet, romans te schrijven, of zulke dingen, en het heeft dan ook lang geduurd, voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen, en het werk aan te vangen, dat gij, lieve lezer, zoëven in de hand hebt genomen, en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffie zijt, of als ge wat anders zijt. Niet alleen dat ik nooit iets schreef wat naar een roman geleek, maar ik houd er zelfs niet van, iets dergelijks te lezen, omdat ik een man van zaken ben. Sedert jaren vraag ik mij af, waartoe zulke dingen dienen, en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid, waarmee een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft spelden, dat nooit gebeurd is, en meestal niet gebeuren kan. Als ik in mijn vak - ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No 37 - aan een principaal - een principaal is iemand die koffie verkoopt - een opgave deed, waarin maar een klein gedeelte der onwaarheden voorkwam, die in gedichten en romans de hoofdzaak uitmaken, zou hij terstond Busselinck & Waterman nemen. Dat zijn ook makelaars in koffie, doch hun adres behoeft ge niet te weten. Ik pas er dus wel op, dat ik geen romans schrijf, of andere valse opgaven doe. Ik heb dan ook altijd opgemerkt dat mensen die zich met zoiets inlaten, gewoonlijk slecht wegkomen. Ik ben drieënveertig jaar oud, bezoek sedert twintig jaren de beurs, en kan dus voor de dag treden, als men iemand roept die ondervinding heeft."
Weet je wie de schrijver van dit fragment is ? Kan je hem beschrijven ?
Als je denkt dat de schrijver van dit stuk 'makelaar in koffie' is en op de 'Lauriergracht No 37' woont, dan heb je het helemaal verkeerd voor. De schrijver van het boek 'Max Havelaar' is Multatuli. Hij was Nederlands ambtenaar geweest en woonde op dat moment in een appartementje in Brussel.
De verteller van dit fragment is echter wel 'makelaar in koffie'. Later komen we te weten dat de verteller niet toevallig Droogstoppel heet.
Let dus op dat je altijd een onderscheid maakt tussen de schrijver en de verteller. Zij zijn nooit dezelfde persoon, zelfs niet in boeken met een ik-verteller die heel erg op de schrijver lijkt !
Als je denkt dat de schrijver van dit stuk 'makelaar in koffie' is en op de 'Lauriergracht No 37' woont, dan heb je het helemaal verkeerd voor. De schrijver van het boek 'Max Havelaar' is Multatuli. Hij was Nederlands ambtenaar geweest en woonde op dat moment in een appartementje in Brussel.
De verteller van dit fragment is echter wel 'makelaar in koffie'. Later komen we te weten dat de verteller niet toevallig Droogstoppel heet.
Let dus op dat je altijd een onderscheid maakt tussen de schrijver en de verteller. Zij zijn nooit dezelfde persoon, zelfs niet in boeken met een ik-verteller die heel erg op de schrijver lijkt !
Kan je ontdekken wie deze fragmenten vertelt ? Klik op de boekcovers om het antwoord na te lezen.
"Ik heet Mary. Ik ben een heks. Zo word ik door sommige mensen tenminste genoemd. 'Duivelsgebroed', 'heksendochter', sissen ze op straat, maar zelf weet ik niet wie mijn vader en moeder zijn. Eliza Nuttall is mijn grootmoeder, dat weet ik wel. De buren noemen haar moeder Nuttall en ze heeft me vanaf mijn geboorte grootgebracht. Als ze wist wie mijn ouders waren, heeft ze het mij niet verteld."
Heksendochter van Celia Rees
"De twee zwarte gendarmen reden die avond in het dorp nietsvermoedend een wisse dood tegemoet.
Het was de laatste dag van april 1943 en het piepkleine dorpje heette Krekenlaar.
In Krekenlaar gebeurde er nooit wat. En zeker niet, nu het oorlog was.
De stalen vuist van Hitler had het kleine Krekenlaar samen met de rest van het land in een onwrikbare tang genomen. En het was dus wachten op de Britten en de Amerikanen die het land zouden komen bevrijden, op de terugkeer van de koning en van de regering."
Woestepet, een moffenkind van Henri van Daele
Lies
Mama is in de kamer van Thomas. Ik zie haar op zijn bed zitten, in haar handen houdt ze een blauwe jeans. Ik ga naast haar zitten. Ze schrikt niet, alsof ze me verwachtte. Ik wilde al een paar keer zijn kamer binnengaan maar heb het toch niet gedaan, alsof ik liever wachtte op het moment dat moeder er zou zijn. We maken zijn hele kleerkast leeg. We nemen alle spullen, een voor een, in onze handen. Mama ruikt zelfs aan zijn hemden. Dat durf ik niet. Yvette "Hij was een knappe kerel", zeg ik tegen Lies. Ze zegt niets terug. "We missen vier dingen: de witte sweater met blauwe horizontale strepen, het linnen hemdje dat hij er altijd onder droeg, zijn donkerste blauwe 501 en zijn korte fluwelen jasje." Ik smaak de tranen in mijn woorden. Lies slaat haar armen om me heen en ik huil zonder geluid, als in een stomme film. Buiten hoor ik Daniëls verdriet in elke doffe slag. Tim Als ik mijn eerste communie doe, mag niemand in het zwart of in het grijs komen, want ik hou niet van zwart en grijs en niemand mag huilen en de mis mag niet zo lang duren en de pastoor moet grapjes vertellen en het zal zeker niet zijn zoals eergisteren. En Thomas moet er ook zijn. Boomhuttentijd van Bo van Ranst |
"Elf uur. Je timing was perfect. De vijf lichten stopten traag voor de ijzeren poort en gaven ter plekke nog wat gas. Ze waren je domweg gevolgd. Ze dachten dat ze alle tijd hadden. Traag stapten ze af, zetten hun helmen op hun zadels en richten hun lampen op de ingang van het park.
Een voor een klauterden ze over de poort, het waren spinnen. Naast elkaar bleven ze staan. Met de lichten van hun scooters in de rug namen ze het terrein op. Ze speelden in een goedkope western. "Kom op", riep de grootste, "Laat je zien. We doen niets." Stilte. Hoeveel minuten gingen voorbij? Of waren het seconden? "Je moet het niet persoonlijk opnemen", riep hij. De anderen grinnikten. "We moeten gewoon even zaken doen." Je kwam lachend tevoorschijn, bleef op twintig meter van hen staan en scheen met je zaklamp in hun ogen. "Hier is de zakenman", antwoordde je, "Wanneer begint de vergadering?" De muggen verloren plots al hun onderkoelde zelfbeheersing en stormden wild op je af, je dook weg achter een container. Dat was mijn moment. Je zou proberen hen drie minuten bezig te houden. Ik haalde het nylontouw uit mijn zak en sloop weer door ons gat naar buiten, terwijl je kat en muis met hen speelde, zorgde ik voor de verrassing van de avond." De Grap van Gerrit Janssens |
"De Mercedes uit de garage van de villa halen die Mefisto hem had aangewezen, was een makkie. Johnny gooide de tank vol - die was zo goed als leeg - en reed er in een fantastisch mooie, bloedrode zonsondergang mee naar de plek waar hij met Mefisto had afgesproken. Heel die tijd zat Bob in zijn hoofd als een razende op hem in te praten.
Op weg naar zijn laatste afspraak van die dag kocht Johnny met zijn net verdiende voorschot een paar hamburgers en enkele blikjes bier. Die konden in de lange nacht die voor hem lag nog best van pas komen. Johnny vond het niet erg dat de hamburgers koud en de blikjes bier lauw zouden worden. Hij was nooit anders gewend geweest." Spookrijders van Patrick Bernauw |
Als schrijver van een verhaal kan je bepalen wie je verhaal vertelt. Dat noemen we het vertelperspectief of het vertelstandpunt.
De schrijver kan kiezen voor een personeel ik-vertelstandpunt. De protagonist vertelt over wat hij allemaal meemaakt en we zien het hele verhaal door zijn ogen. Het voordeel is dat we meestal erg meeleven met de verteller, omdat we zijn gedachten en gevoelens kennen. Het nadeel is dat de informatie heel erg subjectief is en dat we niets meer weten dan wat de verteller weet.
De schrijver kan ook kiezen voor een personeel hij-vertelstandpunt. Het lijkt nog steeds de protagonist die aan het woord is, maar hij spreekt over zichzelf in de hij-vorm. Probeer het eens: kan je alle hij-vormen veranderen door een ik-vorm ? Dan heb je te maken met zo'n personeel hij-vertelperspectief.
Veel auteurs kiezen voor een auctorieel hij-vertelstandpunt. Een externe verteller die buiten het verhaal staat, vertelt het hele gebeuren. Het voordeel is dat de verteller echt àlles weet: hij kan over verschillende plaatsen vertellen, hij kan onbeperkt sprongen in de tijd maken en kan - als hij dat wil - ook in de hoofden van alle personages kijken.
Tenslotte bestaat er ook nog zoiets als een auctorieel ik-vertelstandpunt. De protagonist is aan het woord, maar vertelt het verhaal nà de gebeurtenissen. Hierdoor weet de verteller veel meer (hij weet hoe het verhaal afloopt, hij snapt beter waarom andere personages handelden zoals ze handelden) en kan hij ook tijdssprongen maken (vooruitwijzingen). Hij weet echter niet alles, want tenslotte zal hij nooit echt in het hoofd van andere personages kunnen kijken.
De schrijver kan kiezen voor een personeel ik-vertelstandpunt. De protagonist vertelt over wat hij allemaal meemaakt en we zien het hele verhaal door zijn ogen. Het voordeel is dat we meestal erg meeleven met de verteller, omdat we zijn gedachten en gevoelens kennen. Het nadeel is dat de informatie heel erg subjectief is en dat we niets meer weten dan wat de verteller weet.
De schrijver kan ook kiezen voor een personeel hij-vertelstandpunt. Het lijkt nog steeds de protagonist die aan het woord is, maar hij spreekt over zichzelf in de hij-vorm. Probeer het eens: kan je alle hij-vormen veranderen door een ik-vorm ? Dan heb je te maken met zo'n personeel hij-vertelperspectief.
Veel auteurs kiezen voor een auctorieel hij-vertelstandpunt. Een externe verteller die buiten het verhaal staat, vertelt het hele gebeuren. Het voordeel is dat de verteller echt àlles weet: hij kan over verschillende plaatsen vertellen, hij kan onbeperkt sprongen in de tijd maken en kan - als hij dat wil - ook in de hoofden van alle personages kijken.
Tenslotte bestaat er ook nog zoiets als een auctorieel ik-vertelstandpunt. De protagonist is aan het woord, maar vertelt het verhaal nà de gebeurtenissen. Hierdoor weet de verteller veel meer (hij weet hoe het verhaal afloopt, hij snapt beter waarom andere personages handelden zoals ze handelden) en kan hij ook tijdssprongen maken (vooruitwijzingen). Hij weet echter niet alles, want tenslotte zal hij nooit echt in het hoofd van andere personages kunnen kijken.
Soms worden ook andere termen gebruikt voor het vertelperspectief. Toch komt het altijd op hetzelfde neer.
- Hoe wordt het verhaal verteld ? In de ik-vorm of in de hij/zij-vorm ?
- Hoeveel weet de verteller ? Even veel of weinig als het personage ? Of alles ?
- Hoe wordt het verhaal verteld ? In de ik-vorm of in de hij/zij-vorm ?
- Hoeveel weet de verteller ? Even veel of weinig als het personage ? Of alles ?
Het is soms niet makkelijk het vertelperspectief van een fragment te bepalen. Lees de fragmenten hierboven nog eens na. Ben je overal even zeker wie de verteller is ?